Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen [9]voeren de kinderen Israels voort te doen, dat kwaad was in de ogen des HEEREN, en dienden de Baals, en [10]Astharoth, en de goden van Syrie, en de goden van Sidon, en de goden van Moab, en de goden der kinderen Ammons, mitsgaders de goden der Filistijnen; en zij verlieten den HEERE, en dienden Hem niet. 9. Telkens van kwaad tot erger voortgaande, gelijk blijkt uit het volgende. 10. Zie boven, hfdst.2 vs.13.